Een alpinist, maar bijvoorbeeld ook een toerskiër, kan niet zonder een pickel of een ijsbijl. Dan zijn de ijsklimmers nog niet eens genoemd! Maar is het verschil tussen een pickel en een ijsbijl en waar moet je op letten bij de aankoop?
Is er eigenlijk een verschil? Sommigen vinden van wel en anderen van niet. Maar globaal geldt, of misschien is ‘gold’ beter, het volgende. Pickels zijn lang en recht en ijsbijlen kort, krom of heel krom en al dan niet voorzien van een echt handvat. Maar ook in dit geval is er een grijs gebied is van modellen die zowel het een als het ander (kunnen) zijn. De CE norm volgt ongeveer deze gedachte: pickels/ijsbijlen voorzien van een 1 (ook wel type B van ‘Basic’ genoemd) zijn wat lichter uitgevoerd en minder sterk dan de modellen getypeerd met een 2 (ook wel type T van ‘Technical’ genoemd). De CE 2 modellen kun je dus op allerlei manieren zwaarder belasten (er in ijs aan hangen, bij gebruik als anker in de sneeuw, etc) en hebben over het algemeen een langere levensduur. De CE 1 modellen zijn dus niet geschikt voor ‘technisch klimmen’, denk hierbij aan watervalklimmen en drytoolen (klimmen in de rotsen met gebruik van je ijsbijl en stijgijzers; een relatief nieuwe klimsport).
Een ijsbijl of pickel bestaat uit verschillende onderdelen.
De kop van de ijsbijl/pickel bestaat uit verschillende onderdelen: de doorn, een middendeel met carabinergat en de schoffel of hamer. Bij een pickel loopt de kop vrij vlak zodat je hem goed als steun kunt gebruiken tijdens het lopen in de sneeuw (‘wandelstok-functie’). Bij een ijsbijl is de kop een stuk hoekiger en bij extreme ijsbijlen ontbreekt vaak een schoffel of hamer. In het middendeel zit meestal een gat waar je een carabiner, bandmateriaal of polsband aan vast kunt maken. Een polsband is in veel omstandigheden een verstandig item; zo loop je niet het risico dat je pickel/ijsbijl in zijn eentje aan een afdaling begint! Sommige mensen zijn bij het gebruik van een polsband wel bang dat ze bij een val geraakt worden door de dan in buurt rondslingerende scherpe punten. Een persoonlijke keuze denk ik. Er zijn op maat gemaakte, fraai uitgevoerde, polsbanden te koop voor verschillende modellen, maar er zelf eentje maken van prusiktouw of bandmateriaal kan natuurlijk ook. De lengte van de polsband hangt af van de activiteit: een korte band is eerder voor alpiene toepassingen (bijv. gletsjeroversteek) en een langere eerder voor het ijsklimmen.
N.B.: er is wat semantische strijd over ‘de kop’. Soms is de kop het hele bovenste deel van de ijsbijl/pickel, waarbij doorn en schoffel/hamer onderdeel van de kop zijn (zoals bovenstaand). Soms is de kop echter uitsluitend het middelste deel waar de bovenkant aan de steel vastzit.
Met de doorn kun je remmen in sneeuw bij een val op een ijsveld (alpinisme, bergwandelen). De doorn sla je in het ijs/de sneeuw bij het beklimmen van steile wanden (alpinisme, freeriden) en bevroren watervallen (ijsklimmen). De doorn gebruik je ook om grip te vinden bij het drytoolen. Soms wordt de doorn bij drytoolen zelfs verklemt in een spleet! Des te technischer de ijsbijl wordt, des te meer neigt de doorn naar beneden. De vorm van de doorn wordt ook steeds meer concaaf in plaats van convex (aflopend). ‘Technischer’ is hier in de betekenis van ‘geschikt voor technisch klimmen’, waarbij technisch klimmen ijswaterval-klimmen of drytoolen betekent. Des te extremer (moeilijker) de ijswatervalroute is, des te extremere vorm van de doorn handig is.
De achterkant van de kop kan bestaan uit een schoffel of een hamer. Een schoffel gebruik je bijvoorbeeld om treden in sneeuw/ijs uit te hakken, om een ijzig toerskispoor vlak te maken en allerlei andere bezigheden in sneeuw en ijs. De hamer is meer geschikt voor een combinatie met rotsklimmen: met de hamer kun je bijvoorbeeld haken in de rots slaan om een zekeringspunt te maken. Vroeger werden ook wel ijsboren gebruikt die je in het ijs moest slaan, net als de ‘mephaken’, maar dat zie je vrijwel niet meer. De meeste technische ijsbijlen hebben een hamer en de meeste pickels een schoffel. Sommige modellen hebben geen van beide (hoog niveau ijsklimmen) en bij andere modellen kun je kiezen en wisselen tussen hamer of schoffel.
De steel kan van staal, aluminium of een kunststof (meestal carbon of een carbonlegering) gemaakt zijn. Staal is sterk en zwaar, aluminium licht en meestal minder duurzaam. Carbon kom je maar weinig tegen.
Simpel gezegd is de steel van een pickel recht en van een ijsbijl krom, maar inmiddels zijn er ook pickels met een lichtelijk gekromde schacht (zoals de Summit Evo van Petzl of de Venom van Black Diamond). De kromme steel maakt het makkelijker om de doorn in ijs te slaan (je hand blijft vrij) en om de steel als steun te gebruiken op een steile sneeuwhelling. Een rechte steel is beter om de pickel in de sneeuw te begraven en als anker te gebruiken en is ook wat handiger om jezelf te remmen bij een val op een sneeuwveld. Globaal kun je zeggen dat een kromme steel beter is in steil terrein en een rechte(re) steel in vlakker terrein.
De juiste lengte van de steel (of beter: de pickel/ijsbijl) hangt af van het gebruik. Voor ‘gewoon’ alpiene gebruik (gletsjertochten en/of beklimmingen van technisch eenvoudige bergen met sneeuw bij de top zoals Mt. Blanc, Allalinhorn, Breithorn, etc.) geldt dat de pickel ongeveer tot de enkel moet reiken als je rechtop staat en je de arm met pickel ontspannen naar beneden laat hangen (hand omvat de kop). Voor technischer uitdagender beklimmingen kiezen alpinisten al gauw voor een kortere pickel/ijsbijl en dat geldt zeker voor de ijsklimmers (60 cm en minder). Toerskiërs die een pickel meenemen ‘voor het geval dat’, kiezen ook voor een relatief korte lengte vanwege het geringere gewicht en de mogelijkheid de pickel in de rugzak te vervoeren.
De punt is het onderste uiteinde van de steel, niet te verwarren met de doorn. Bij pickels is de doorn scherp en vaak van staal om grip te bieden op harde sneeuw en gletsjerijs tijdens het lopen. Bij lichtgewicht modellen is de steel gewoon schuin afgezaagd om zo een punt te creëren. IJsbijlen voor het technische (ijs- en mixed-)klimmen hebben vaak geen punt en bijlen voor heel technisch ijsklimmen en drytoolen zijn zelfs voorzien van een flink handvat op de plek van de punt.
Het gewicht van pickels en ijsbijlen varieert grofweg tussen de 250 en 700 gram. De lichtste modellen zijn grotendeels van aluminium(legeringen) gemaakt. Dat heeft een kortere levensduur en kun je minder belasten dan stalen constructies. De kop wordt tegenwoordig bijna altijd, zelfs bij de aller lichtste modellen, van staal gemaakt: het extra gewicht bovenin geeft meteen een betere ‘swing’ om de doorn in ijs te drijven.
Wil je weten hoe de verschillende modellen aanvoelen? Kom dan naar Outdoor XL in Barendrecht en je kunt vele modellen in verschillende lengtes vastpakken!