NL - Nederlands EUR
Je winkelwagen ×
Je hebt geen artikelen in je winkelwagen.

Kleding advies

Kleding Advies OutdoorXL Scroll

Kleren maken de man of vrouw

Goede kleding is belangrijk. Nogal logisch. In de winter is het koud en sneeuwt het soms en in de zomer of herfst kan het regenen en waaien. Dus hoe zorg je dat je warm en comfortabel blijft? En wat is eigenlijk waterdicht? Wanneer kun je spreken van ‘ademende’ kleding? In deze long read zet onze expert Rolf Westerhof alles op een rijtje!

Het lagensysteem

Een paar decennia geleden kwamen de eerste ongevoerde winterjassen op de markt, de zogenaamde ‘shells’ of ‘hardshells’. Dat had direct te maken met de uitvinding van Gore Tex, een membraan waarover later meer. De shells zijn onderdeel van wat tegenwoordig wel ‘technische kleding’ wordt genoemde en ze staan aan de basis van het ontstaan van het ‘lagensysteem’. De beste manier om te zorgen dat je warm blijft is om veel verschillende laagjes kleding aan te trekken. Een extra flinterdun laagje kan al een groot verschil maken. Het uitgangspunt van het lagensysteem is daarom simpel: de dikke winterjas van vroeger wordt opgesplitst in verschillende lagen. Kleding wordt een ‘kledingsysteem’.

De drie lagen

De buitenste laag (de ‘3de laag’) is de ‘shell’ en die ‘ademt’ (voert waterdamp van het lichaam af) en zorgt voor water- en winddichtheid. Daaronder komt dan een laag die voor warmte zorgt (de ‘2de laag’). Dat kan een donsjasje zijn, een synthetische ‘puf’ (lijkt op een donsjasje maar is van kunststof), maar ook een fleece of, als het niet zo koud is, alleen een oude vertrouwde ‘pully’; zo’n dun truitje met een colletje. De 2de laag kan ook bestaan uit meerdere onderdelen: een truitje met een puff of fleece daar overheen. Of een fleece met een puff daar overheen, enzovoorts. Daarmee hebben we meteen een belangrijk winstpunt van het lagensysteem te pakken: afhankelijk van de omstandigheden kies je de juiste samenstelling. Met een lekkere dikke jas gaat dat natuurlijk niet en wordt het al gauw benauwd op een warme winterdag.

Om profijt te hebben van het ademend vermogen (zie ook onder ‘Het ademend vermogen’) van de shell is het wel noodzakelijk dat de kleding die je daaronder draagt vocht afvoert van het lichaam richting de ademende shell/3de laag. Anders werkt het niet. Kleding van katoen (T-shirts, overhemden) in de 1ste of 2de laag werken niet, want katoen houdt juist vocht vast. Kunststoffen zijn favoriet en Merino-wol is aan een opmars bezig. Een groot voordeel van veel kunststof- en Merino-kleding is dat het ook blijft isoleren als het vochtig is. Dat geldt niet voor katoen en dons. Eén belangrijk verschil tussen goedkope en duurdere (kunst)stoffen in de 1ste laag is overigens de kans op onaangename luchtjes.

Een groot pluspunt van het lagensysteem is dat het gedurende alle seizoenen bruikbaar is. De shell is het hele jaar een prima regenjas voor in Nederland en nooit te warm. De fleece is heerlijk op een mooie avond in de tuin, tijdens een wandeling, op het sportveld, enzovoorts.

De 3de laag of ‘shell’: waterdicht en ademend

We kennen waterdichte kleding allemaal van de klassieke regenpakken en de Zuidwester hoed. Van onze middelbare schooltijd weten we nog dat die kleding perfect waterdicht is, maar dat je na de fietstocht tegen de wind in toch vochtig en klam op school aan kwam. Dat soort pakken zijn waterdicht maar ‘ademen’ niet. Bij de moderne outdoorkleding ligt de nadruk op de combinatie van ‘waterdicht en ademend’. Winddichtheid krijg je er gratis bij. Hoe bereiken we het ideaal, warm, water/winddicht en fris ademend het best?

Kleding Advies OutdoorXL

Waterdicht

Wanneer is kleding eigenlijk waterdicht? Een stof is bij afspraak waterdicht als hij een ‘waterkolom’ (ook aangeduid als ‘HH’ van ‘hydrostatich head’) heeft van 1300 mm. Dat betekent dat de stof niet mag gaan lekken als je er een met water gevulde buis van 1,3 meter hoog op zet. De te volgen testprocedure is strikt voorgeschreven. De ‘officiële’ waterdichtheid van 1300 mm is voor moderne materialen geen enkel probleem. Moderne kleding wordt interessant vanaf een waterkolom van 5000 mm, maar de topmaterialen halen zelfs meer dan 28.000 mm. Een hoge waterdichtheid zegt ook iets over de duurzaamheid (hoe lang zal de stof goed waterdicht blijven?), maar is ook interessant als je gaat zitten en de druk op de stof enorm toeneemt (bijvoorbeeld bij knielen). Hoe maakt men kleding waterdicht? Daar zijn verschillende manieren voor.

Waterdicht: coatings

In het leger hadden ze vroeger een grappige oplossing om kleding waterdicht te maken: de jassen waren van katoen en bij regen smeerde je de jas gewoon in met een dikke laag vaseline-achtig vet. Waterdicht! Deze techniek is inmiddels veel verfijnder geworden, maar het principe is hetzelfde. De fabrikant brengt in de fabriek een coating aan op de buitenstof. De moderne coatings en coatingtechnieken zijn bijzonder hoogwaardig en leveren uitstekende kleding voor een aantrekkelijke prijs op. Maar uiteindelijk zal de coating slijten door het dragen en wassen van het kledingstuk. Overigens weerstaan de beste coatings wel 100 wasbeurten! Veel merken hebben een coating onder een eigen naam en daardoor is zulke kleding lastig te vergelijken als de fabrikant geen informatie over de waterdichtheid en het ademend vermogen op het etiket zet.

Waterdicht: membranen en laminaten

Er bestaat nog een andere manier om kleding ‘Ademend, wind- en waterdicht’ te maken. Fabrikanten gebruiken dan geen coating, maar plakken een waterdicht materiaal, een membraan, tegen de binnenkant van de buitenstof. Het membraan is een flinterdun velletje kunststof en is wind- en waterdicht. Het ‘plakken’ noemen we lamineren. Een gelamineerd kledingstuk bestaat uit verschillende laagjes: een buitenstof, een membraan en naar keuze wel of geen binnenstof. Maar hoe maak je die kunststof nou niet alleen waterdicht, maar ook ademend?

Waterafstotend en toch ‘nat’

Alle goede membranen zijn wind- en waterdicht en ademen redelijk tot goed, afhankelijk van met welke buitenstof ze gecombineerd worden. Toch gaat zo’n jas of broek na lange tijd ‘nat’ aanvoelen. Hoe komt dat? De buitenstof wordt in de fabriek van een waterafstotend laagje voorzien en dit laagje is aan slijtage onderhevig. De buitenstof is van zichzelf niet waterdicht en als het waterafstotende laagje is versleten, zuigt het zich vol met water. De jas voelt dan van binnen koud aan en van buiten drijfnat. Toch lekt de jas dan niet, maar het is onprettig. De waterafstotende laag moet dan hersteld worden. Dit verdient extra aandacht en is belangrijk bij hydrofiele laminaten omdat deze vocht aantrekken.

Kleding Advies OutdoorXL

Membraansoort 1: microporeus

Grofweg zijn er twee soorten membranen. De eerste is een membraan van ‘PTFE’. Boterhamzakjes worden bijvoorbeeld van PTFE gemaakt. Een boterhamzakje is wind- en waterdicht, dus dat is één. Maar nu willen we ook nog dat het spul ‘ademt’. Dat wordt bereikt door het boterhamzakje net zolang uit te rekken totdat er minuscule gaatjes in komen. ‘Microporeus’, heet dat. De kunst is om het boterhamzakje precies zo lang op te rekken totdat de gaatjes groot genoeg zijn om waterDAMP door te laten, maar waterDRUPPELS niet. Met andere woorden: damp (van het zweten) kan er wel door, maar water (van de regen) niet. Hele bekende microporeuze membranen zijn Gore-Tex en eVent. Hoewel er inmiddels elastische varianten op de markt zijn verschenen is deze kleding soms wat stug.

Membraansoort 2: zonder gaatjes, ‘hydrofiel’ genoemd.

De tweede soort membraan is helemaal dicht (heeft geen gaatjes). Toch kan ook hier waterdamp wel doorheen, maar waterdruppels niet. Dat vindt allemaal op moleculair niveau plaats; een lang en technisch verhaal. De meeste van deze membranen zijn gemaakt van polyester-achtige kunststof. Voorbeelden zijn Dermizax (o.a. bij het Scandinavische outdoormerk Bergans) en Sympatex. Veel kleding met deze laminaten is ‘stretch’: het rekt mee als je beweegt. In tegenstelling tot microporeuze membranen trekken deze membranen vocht aan. Voor het comfort is een waterafstotende behandeling (‘DWR”) belangrijk bij deze stoffen.

Twee- en drielaags laminaten

De fabrikanten praten graag over de waarden en kwaliteiten van hun membraan, maar een los membraan kom je nooit tegen: membranen worden immers gelamineerd met andere stoffen. Meestal wordt het op een stof (‘tweelaags’) of tussen twee stoffen (‘drielaags’) gelijmd. De lijm is echter de grote boosdoener. Des te robuuster een stof is, des te meer lijm is in het algemeen nodig en lijm gaat ten koste van het ademend vermogen. Twee- en drielaagskleding zijn onderling dus niet vergelijkbaar, maar normaal gesproken ademt tweelaagskleding beter dan drielaags en is drielaags sterker en dus duurzamer dan tweelaags. Uitzonderingen bevestigen natuurlijk de regel! De huidige stand van zaken is dat drielaagskleding steeds beter presteert en prettiger draagt. Maar met name de Gore Tex Pro shells ritselen wel flink en sommige mensen vinden dat irritant. LET OP: de hier genoemde twee- en drielagen hebben niks te maken met de onderdelen van het lagensysteem. Het gaat hier uitsluitend om de buitenste laag van het lagensysteem: de shell (de 3de laag).

Kleding Advies OutdoorXL

Het ademend vermogen

Zoals gezegd is de waterdichtheid gemakkelijk vast te stellen dmv de waterkolom, maar we willen ook weten hoe goed kleding ademt. Dit is echter een onverwacht lastige zaak! Om een ellenlang verhaal kort te houden: er zijn verschillende tests en die leveren verschillende resultaten. Het ademend vermogen wordt meestal aangegeven in gram per vierkante meter per 24 uur (g/m2/24h). Laten we voor het gemak zeggen dat een waarde vanaf 10.000 g/m2/24h echt goed is.

Polyester, van de hydrofiele membranen, trekt vocht aan en daardoor wordt de waterdamp snel afgevoerd. Het membraan is als het ware de ‘motor’ van het ademen. Het betekent natuurlijk wel dat je wat trucs moet toepassen om te voorkomen dat het membraan ook regenwater aantrekt of dat het condensvocht van de lichaamswarmte vasthoudt.

PTFE (van de boterhamzakjes en microporeuze membranen) stoot juist vocht af, maar speelt daardoor geen ‘actieve’ rol bij het ‘ademen’. De motor van waterdamptransport bij PTFE-membranen wordt gevormd door de warmte die het lichaam afgeeft in combinatie met de buitentemperatuur en luchtvochtigheid. De conclusie is dat microporeuze membranen niet altijd even goed ademen: de mate van ‘ademen’  is namelijk afhankelijk van de omstandigheden. Het werkt bijvoorbeeld slecht in de tropen.

Warmte en isolatie

Isolatie is de kunst om zoveel mogelijk lucht gevangen te houden in zo weinig mogelijk ruimte. Met andere woorden: het is niet moeilijk om warme kleding te maken die een halve meter dik is, maar dat is nogal onhandig in het gebruik. Je wilt dunne kleding, maar toch warm.

Eén truc om warm te blijven hebben we al verklapt: veel laagjes dragen. Je kent misschien wel die hele dunne onderhandschoentjes. Als je die onder je handschoenen aantrekt, maakt dat al een enorm verschil in warmte! En zo gaat het ook met kleren op het lichaam. Trek maar eens 2 T-shirts over elkaar aan. Maar 30 lagen verder wordt dat natuurlijk toch een beetje irritant. Voor je 2de laag in het lagensysteem zoek je materiaal met goede isolerende eigenschappen. Maar hoe herken je dat?

Ik begin meteen met het slechte nieuws: dons is de allerbeste isolator! ! Waarom is dat slecht nieuws? Omdat dons wel wat duurder is dan de kunststof isolatoren. In ruil daarvoor is het niet alleen warm, maar ook erg prettig om te dragen! Dons heeft de naam dat het dieronvriendelijk wordt ‘geoogst’, maar gelukkig vind je bij Outdoor XL uitsluitend voor diervriendelijkheid gecertificeerde dons, zoals dons met het ‘Responsible Down’- of het ‘Tracable Down’-keurmerk. Er zijn verschillende kwaliteiten, en een ‘fillpower’ van 800 is zo’n beetje de top (hoger bestaat overigens wel). Dons is lichtgewicht en je kunt het heel klein opvouwen zonder dat de eigenschappen daar onder lijden. Handig om mee te nemen. Dons is warm en heel comfortabel. Nadeel van dons is dat het veel minder isoleert zodra het vochtig wordt.

Veel goedkoper, is isolatiemateriaal van kunststof. Meestal is dat van een soort polyester en er zijn veel producenten met allemaal eigen productnamen. Hoe fijner het polyester wordt gesponnen, des te meer lucht houdt het vast en des te beter isoleert het. Een groot voordeel is dat de meeste kunststoffen ook blijven isoleren als ze vochtig worden. Fleece is daar een voorbeeld van. Relatief nieuw zijn de ‘puffies’: jasjes met een waterafstotende en vaak winddichte buitenkant die bovendien veel minder ruimte innemen dan fleece ; je wordt minder snel een ‘Michelinmannetje’. Puffies isoleren beter dan fleece, behalve als ze nat worden. Op een niet te koude, droge dag, kun je ze ook prima als buitenjas gebruiken. Fleece is minder allround omdat het niet winddicht is.

Hoe goed een materiaal isoleert bepaalt nog niet hoe ‘warm’ de kleding uiteindelijk is. Een flinterdun jasje is minder warm dan een dikke jas van hetzelfde materiaal. Om toch een idee te krijgen van hoe warm jassen met kunststof-isolatie zijn, gebruikt men een getal in gram per vierkante meter. Een hoger getal is warmer. Je zou kunnen zeggen dat een isolatiewaarde van 50-100 gr/m2 mikt op voor- en najaar en dat 100-200 gr/m2 meer gericht is op de winter.

Kleding Advies OutdoorXL

Slijtvast en rugzakken

Ben je echter met een zwaar beladen rugzak onderweg, dan kom je toch al gauw uit bij de wat robuustere 3 laags laminaten terecht. Des te zwaarder je rugzak, des te hoger de eisen aan slijtvastheid. Onder de, pakweg, 6 kilo is dit een ondergeschikt aspect. Het is natuurlijk ook een kwestie van voorkeur: irriteer je jezelf aan het ritselen en de stugheid van sommige 3 laagslaminaten, of interesseert je dat niks en wil je gewoon ‘bombproof’ kleding die jaren meegaat?

Combinaties

Er bestaat ook kleding die verschillende constructies combineert: drielaags op slijtage gevoelige plaatsen (zitvlak, knieën), tweelaags elders. Maar ook bij technische kleding geldt: meer mogelijkheden of ‘beter’, is bijna altijd wat duurder.

Conclusies en tips

  1. Alle waar is naar zijn geld. Ook met kleding. Een fleecetrui van 2 tientjes op de markt is echt ander spul (een soort molton), dan de fleece van meer dan € 100,- van een gerenommeerd outdoormerk. Hetzelfde geldt voor de waterdichte buitenlaag. Duurdere spullen gaan over het algemeen langer mee, blijven langer waterdicht en ademen beter. 
  2. Wat is nu goede kleding voor jou? Dat hangt er vanaf wat je er mee gaat doen. Ben je een vogelaar die de hele dag stil staat, ben je een (berg)wandelaar of een alpinist? Of doe je af en toe het een en soms het ander? Ben je net zo lief buiten met slecht weer, of ben je een ‘mooi-weer-buitenmens’? Voor deze laatste categorie is de waterdichtheid natuurlijk van ondergeschikt belang en je kunt ook aan softshellkleding denken. Niet waterdicht, maar soepel, zeer ademend, ook winddicht verkrijgbaar en het draagt erg prettig.
  3. Ben je met weer en wind buiten te vinden, dan is waterdichtheid natuurlijk heel belangrijk. Bedenk je dan ook hoe de kleding belast wordt: wandel je alleen, of ben je bijvoorbeeld een snowboarder die veel op zijn/haar knieën zit? In dat laatste geval moet je hogere eisen aan de waterdichtheid stellen. Let op de WATERAFSTOTENDHEID van de buitenlaag: kleding die nat aanvoelt hoeft nog niet lek te zijn. Lek betekent dat je echt nat wordt van buitenaf.
  4. Des te actiever je buitensport des te belangrijker is het ademend vermogen. Bij iedere activiteit genereert het lichaam warmte en als dat niet goed afgevoerd wordt, dan wordt je niet alleen nat van het zweten, maar ook nog eens van de condens die ontstaat tegen de binnenkant van de kleding. Ventilatiemogelijkheden kunnen deel uitmaken van het ‘ademende’ comfort. Ritsen onder de armen zijn heel effectief en lopen niet meteen vol met water bij de eerste spetters. Broeken hebben soms ritsen aan de binnen- of buitenzijde van de benen. Zulke ritsen maken de kleding geschikt voor meerdere omstandigheden.

Kleding bij OutdoorXL