Trends en nieuwe mogelijkheden zorgen ervoor dat er steeds meer te kiezen valt als het gaat om schoenen om mee te wandelen. Niet alleen hoge schoenen of lage schoenen. Maar ook trailrun-achtige schoenen, die veel lichter zijn en meer lijken op sportschoenen. Wat is goed en handig voor jou? Het hangt natuurlijk af van wat je gaat doen en hoe getraind je benen en voeten zijn. Fanatieke sporters hebben vaak minder behoefte aan steun omdat spieren veel kunnen opvangen. Wandel je minder vaak dan is meer ondersteuning juist prettig. En wandel je elke dag met de hond, dan is het lekker als schoenen je voeten droog houden, ook als je drie per dag door nat gras loopt.
Het is dus niet meer alleen hoge schoenen, lage schoenen, stijf of juist iets soepeler. Het hangt af van wat je gaat doen en hoe je dat wil doen. Nog steeds is het gebruik dat voorop staat, de Mont Blanc beklimmen is iets heel anders dan elke dag de hond uitlaten. De Duitse schoenenmerken hebben decennia geleden al een systeem voorgesteld om het overzichtelijk te maken. Hoewel er langzaam maar zeker barstjes in dit systeem komen door ontwikkelingen op het gebied van materiaal en lifestyle, blijft het nog altijd een prima uitgangspunt. Want dat kunnen die Duitsers wel, een beetje orde scheppen om te voorkomen dat het een chaos wordt. Bij de meer traditionele kijk op wandelschoenen deel je ze grofweg in vier klassen: A, B, C en D.
Een A-schoen is per definitie een lage wandelschoen. Het uiterlijk van A-schoenen kan een leren buitenwerk zijn, maar tegenwoordig kunnen ze ook lijken op een sportschoen. Ze zijn laag, redelijk soepel en comfortabel. Net als bij andere typen wandelschoenen is stabiliteit belangrijk, ze zijn altijd stijver (steviger) dan echte hardloopschoenen. Prima dus om mee te struinen door een natuurgebied of een eenvoudige bergwandeling te maken op een gebaand pad. Oorspronkelijk zijn ze zeker niet bedoeld voor tochten met zware rugzakken, maar toch zie je ook dat in de bergen steeds meer gebeuren. Wel door zeer getrainde lopers natuurlijk, die het gebrek aan steun met een (zeer) geoefende spieren weten op te vangen. Binnen deze categorie merk je al dus ook verschillen in laterale stijfheid (in hoeverre de schoenen zijdelings verbogen kunnen worden). Des te stijver, des te meer steun en des te geschikter voor ruiger terrein.
Schoenen uit deze mengcategorie zijn in feite iets hogere schoenen die wel zo soepel zijn zoals de A-schoenen, maar niet laag zijn en dus een B-classificatie erbij krijgen. Makkelijk dragende schoenen, die door de hoogte van de schacht je voet en enkel betere ondersteuning biedt en zorgt dat de schoen minder makkelijk vol loopt met water. Deze inmiddels zeer populaire klasse zorgt voor hele grote groepen tevreden wandelaars die goede, egale paden bewandelen met een balans die meer naar soepel lopen uitslaat in plaats veel extra stevigheid bieden.
Hier beginnen we de klassieke bergschoen te herkennen! De schoen reikt tot boven de enkel en bestaat veelal (maar niet noodzakelijkerwijs) voor een groot deel uit leer. Geschikt voor eenvoudige berg/huttentochten met een niet te zware rugzak (daypack). Ook fijn voor mensen die gewoon graag veel steun om de voet willen met wandelen. Het terrein lijkt op de Ardennen, middelgebergte in de Alpen en flinke wandelingen door ruiger terrein met moeilijk begaanbare paden. B-schoenen lopen prettig. Voor ‘trekking light’.
Hier beginnen de ‘echte’, zware bergschoenen. Ze zijn geschikt voor tochten in middel- en hooggebergte. Veelal over ongebaande paden en je kunt er het klim- en klauterwerk mee verrichten. De zool is zowel in de lengte als om de as heel stijf en dat loopt iets minder makkelijk, maar het beschermt uitstekend en geeft enorm veel steun en grip. Op veel modellen kun je bovendien een stijgijzer aanbrengen om sneeuwvelden of vlakke gletsjers over te steken.
Tot op de top van de Mont Blanc! Stijve schoenen waar allerlei soorten stijgijzers (met of zonder snelsluitingen) onder kunnen en die geschikt zijn om mee te rots- en ijsklimmen. Ze zijn vaak te hard en om er gewoon mee te wandelen en lopen misschien zelfs wat onhandig. Je moet aan dit soort schoenen wennen, ze zijn echt voor de alpinisten bedoeld. Een aantal modellen heeft geïntegreerde gamaschen voor in de sneeuw in het hoge hooggebergte (boven de sneeuwgrens, Himalaya e.d.).
ABCD. Tot zover is het redelijk overzichtelijk. Maar natuurlijk zijn er in de loop der jaren ook mengvormen ontstaan. De AB-categorie hebben we al even genoemd, maar alle andere combi’s zijn natuurlijk ook mogelijk. C-schoenen die te soepel zijn voor stijgijzers en dat noemt men dan soms een B/C-schoen. C-schoenen die erg stijgijzervast zijn (of voorzieningen hebben voor stijgijzers) noem je C/D-schoen.
Tamelijk nieuw zijn de zogenaamde ‘Approach’modellen. Ze zijn ontworpen voor rotsklimmers die door ruig terrein naar een klimroute moeten lopen. Ze moeten dus stevig zijn (met een zool als in een C-schoen), maar ook lichtgewicht om makkelijk in de rugzak mee te kunnen nemen tijdens het echte klimwerk met klimschoentjes. Soms zien ze eruit als een A-schoen (laag), soms zijn ze middelhoog.
Trailrunning is in korte tijd heel populair geworden. En terecht! Je zou kunnen zeggen dat het de loopvariant is van het mountainbiken. Het is uiteraard gezond en de onverharde ondergrond maakt de kans op stressblessures als gevolg van te weinig demping en een eenzijdige belasting, minder groot. De hoogteverschillen en wisselde ondergrond geven bovendien een completere inspanning dan bij het hardlopen op de weg. Enkels, bovenbenen, maar ook het bovenlichaam moeten aan de slag om je evenwicht te bewaren op de oneffen ondergrond. Voeg daarbij dat je vaak in de pure natuur onderweg bent en de populariteit is snel verklaard. De focus ligt meer op beleving dan op snelle tijden. De beoefenaars maken soms een onderverdeling in ‘Trailrunning’ en ‘Mountainrunning’; de eerste is meer de variant in Nederland en de tweede de variant voor bijvoorbeeld de Alpen. Daarom zijn er ook verschillende soorten schoenen. De zolen verschillen bijvoorbeeld voor de verschillende ondergronden: van modder tot rots. De stevigheid kan een rol spelen en zeker ook het gewicht. Ze lijken het meest op hardloopschoenen of de bovengenoemde A-schoenen.
Heb je een keuze gemaakt en weet je welk soort schoen voor jou geschikt is? Bekijk dan nog even onderstaande tips van onze expert of ga naar ons schoenenaanbod
Er zijn vele verschillende pasvormen, zelfs binnen hetzelfde merk. Breed, smal, noem maar op. Zorgvuldig passen is dus belangrijk. Neem schoenen zeker niet te klein. Bij het naar beneden lopen mogen de tenen de voorkant niet raken. Bij het naar boven lopen moet de hak niet te veel los komen. Tip: als de schoen toch iets te groot blijkt te zijn, of meer uitloopt dan verwacht, dan kun je inlegzooltjes van verschillende diktes kopen die je onder de meegeleverde inlegzool van je schoen stopt om het volume te verkleinen.
Het is vaak heel verstandig zijn om speciale zooltjes zoals Superfeet in je schoenen te gebruiken. Zulke zolen geven veel meer steun en voorkomen allerlei blessures van blaren tot en met rug- en enkelklachten. Ze zijn de extra investering meer dan waard! Het is wel slim om met deze zolen in de schoen te passen: ze nemen vaak wat meer ruimte in dan de door de fabrikant meegeleverde zool.
Schoenen met Gore Tex (of een vergelijkbaar membraan) zijn waterdicht. Ideaal toch? Dat hangt er vanaf wat je gaat doen. Ben je veel in regen en vochtige omstandigheden onderweg: top! Wil je de schoenen ook vaak in droge omstandigheden gebruiken, dan moet je beseffen dat een schoen met zo’n membraan toch minder ademt dan een leren schoen zonder zo’n membraan. Je hebt dus sneller problemen met zweetvoeten. Natuurlijk is meer of minder zweetvoeten per persoon verschillend. Bij de A-schoenen kom je tegenwoordig overigens ‘Gore Surround’ tegen en dat komt aan de bezwaren van verminderd ademen tegemoet. Schoenen met een membraan drogen meestal wel sneller en dat kan een voordeel zijn bij trektochten.
Borstel je schoenen af, het liefst na iedere tocht waarbij ze vervuild zijn met zand of modder. Gebruik eventueel lauw water, maar bij leren schoenen nooit zeep. Haal de veters uit de schoen en vergeet nooit de slecht bereikbare plekjes zoals in de hoeken van de tong. De schoenen moeten regelmatig met een impregneerpray ingespoten worden. Dit werkt het best als de schoen nog nat is na het schoonmaken. Leer heeft voeding nodig, dus na verloop van tijd volstaat impregneren niet meer en moet je ze met een wax (geen vet of olie; daar worden de schoenen te zacht van!) insmeren. Smeer de rubber beschermingsranden hier ook gewoon mee in. De binnenkant van de schoen kan met een sponsje met lauw water gereinigd worden. Is de binnenkant van leer dan kun je deze met een vet voor zacht leer insmeren om uitdrogen te voorkomen. Natte schoenen nooit in direct zonlicht of bij een kachel laten drogen! Het leer wordt dan droog en bros. Zet de schoen wijd open en eventueel kun je deze vullen met WC- of keukenpapier (sommige merken raden oude kranten af).